Het is bijna alsof de uitdaging van het Delphicaanse Orakel om jezelf te kennen in onze hedendaagse cultuur in ieders gedachten is, maar niemand weet hoe hij of zij de taak moet uitvoeren. Psychologie is natuurlijk het moderne antwoord op deze uitdaging, maar het soort kennis dat het heeft voortgebracht voldoet niet aan de uitdaging en dit stelt de scheiding tussen Psychologie en Filosofie in de late jaren 1800 in vraag in het kielzog van Hegel en Schopenhauer’s revisionistische benadering van de Filosofie. Dit werk traceert de oorsprong van ons denken over de wereld waarin we leven en onze plaats daarin. De oude Grieken beginnen met Thales en gaan verder met de beschouwingen van Heraclitus, Parmenides, Anaxagoras, Socrates, Plato en Aristoteles en bieden ons een Tuin van Eden in termen van een reflectieve basis om antwoorden te vinden op aporetische vragen die zich voordoen in verband met ons ontzag en onze morele persoonlijkheid. Dit is het begin van de Geschiedenis die zijn als de twee gezichten van Janus die in verschillende richtingen zoeken naar dezelfde antwoorden.